3b. Testscenario's

In dit artikel vindt u informatie over het testen van de koppeling. De testscenario’s die in dit document zijn uitgewerkt dienen als input voor het testplan dat de zorgorganisatie zelf dient op te stellen.

Achtergrond van de koppeling

ZorgDomein heeft een koppeling gerealiseerd met een Ziekenhuis Informatiesysteem, Radiologie- of Laboratorium Informatiesysteem (we gebruiken hiervoor de verzamelnaam XIS). Deze koppeling zorgt ervoor dat verwijzingen samen met alle relevante informatie automatisch in uw informatiesysteem terechtkomen. Dit resulteert in hogere efficiëntie en hogere kwaliteit van de verwijzing.

Via de koppeling met ZorgDomein ontvangt uw informatiesysteem de volgende waardevolle informatie-eenheden (HL7-berichten):

• een inhoudelijk poliklinisch afspraakverzoek (Bij HIX is dit vervangen door de SQAPI koppeling* )
• een bijbehorende verwijsbrief, aanvraagformulier of lab order met alle relevante patiëntinformatie
• eventueel één of meerdere bijlagen of nazendingen
  
  

De koppeling is erop gericht deze informatie-eenheden via de communicatieserver in het informatiesysteem te verwerken. Concreet betekent dit:

• Patiëntidentificatie en inschrijving op basis van inhoudelijk poliklinisch afspraakverzoek (SRM2016).
• * (Bij koppeling met HiX) Patiëntidentificatie en inschrijving op basis van integratie ZorgDomein-werkwijze met online-planning Chipsoft-Zorgportaal via het protocol Secure Querystring API (SQAPI).
  • Indien de patiënt niet bekend is in CS-HiX, wordt deze via het CS-ZP direct (tijdelijk) ingeschreven bij de zorginstelling. Vervolgens wordt de verwijzing van de patiënt na identificatie of inschrijving op de gewenste werklijst van CS-HiX geplaatst. Daarna wordt de vanuit ZorgDomein verstuurde verwijsbrief op basis van het ZorgDomein-nummer gekoppeld aan de verwijzing van de juiste patiënt.
  • Op verzoek van de zorginstelling kan deze koppeling ook worden gebruikt om de verwijzer zelf de afspraak voor de patiënt in te laten plannen. Hiervoor krijgt de verwijzer tijdens het verwijsproces de eerste mogelijkheid in de agenda van de polikliniek aangeboden. (Andere optie is om de patiënt in het CS patiëntportaal zelf een afspraak te laten inplannen) 
  • Standaard is het niet mogelijk om een andere bestemming naast de SQAPI url te voeren, geef aan bij de consultant wanneer dit wel gewenst is.

• Ontvangen en verwerken van de ZorgDomein verwijsbrief (ORU PDF).
• Ontvangen en verwerken van bijlagen en nazendingen (ORU ATTACHMENT v2).
• Ontvangen en verwerken van de ZorgDomein radiologieaanvraag (ORM)
• Ontvangen en verwerken van de ZorgDomein pathologieaanvraag (ORM UDPS)
• Ontvangen en verwerken van de ZorgDomein lab orders (OML)
  • Het SRM2016-bericht kan wordt tevens gebruikt voor het annuleren van verwijzingen bij een HiX-koppeling. (Alleen indien er gebruik gemaakt wordt van HiX standaardcontent)

Waarom een testplan?

Om te kunnen vaststellen of het informatiesysteem de HL7-berichten vanuit ZorgDomein op de juiste wijze verwerkt, moet er uitvoerig getest worden. De zorginstelling moet een testplan op te stellen waarmee men de koppeling zowel technisch als functioneel kan testen. De testscenario’s die in dit artikel zijn uitgewerkt dienen hiervoor als input; u kunt ze naar eigen inzicht uitbreiden en aanpassen zodat de scenario’s passen bij de koppeling met uw informatiesysteem.

Dit artikel beschrijft ook enkele technische testvragen, die kunnen helpen bij het opstellen van een testplan. Het verzoek is om bij het inrichten van het informatiesysteem hier zo veel mogelijk rekening mee te houden, nog voordat het functionele testen begint. Tot slot vindt u we enkele testcases waarbij we meer inzoomen op functionele aspecten van de koppeling.

Uitgangspunten voor het testen

1. Er is een werkende VPN-verbinding tussen de zorginstelling en ZorgDomein waarover getest kan worden. De VPN is aangepast voor de berichten waarmee getest gaan worden.
2. Er wordt altijd getest van de ZorgDomein-testomgeving naar de XIS-testomgeving of van de ZorgDomein-productieomgeving naar de XIS-productieomgeving.
3. De HL7-berichten komen op de juiste geconfigureerde poorten en IP-adressen binnen op een communicatieserver.

Bij een koppeling met HiX zijn de volgende zaken van belang:

1. de Chipsoft Zorgportaal omgeving waarmee getest wordt is opgebouwd en bereikbaar vanaf een netwerk buiten de zorginstelling.
2. voor het test/acceptatie Chipsoft Zorgportaal dient de volgende identity provider geconfigureerd te worden: https://ttt.zorgdomein.nl/zorgdomein/cszorgportaal
3. voor het productie Chipsoft Zorgportaal dient de volgende identity provider geconfigureerd te worden: https://www.zorgdomein.nl/zorgdomein/cszorgportaal
4. In het ZorgDomein zijn zorgproducten, zorgproductonderdelen en bepalingen voor het verwijzen en aanvragen van specialistische zorg, testverwijzers (bijv. huisartsen en verloskundigen) en testpatiënten geconfigureerd.
5. Zorgproducten, zorgproductonderdelen en bepalingen worden door uw zorgstelling beheerd in de ZorgDomein Beheerapplicatie. Elk opgevoerd zorgproduct, zorgproductonderdelen en bepalingen heeft binnen de ZorgDomein-applicatie een unieke code. Deze wordt in de HL7-bericht meegezonden.
6. Een mapping-tabel in het XIS is nodig om de diverse codes voor zorgproducten, zorgproductonderdelen en bepalingen te herkennen om een verwijzing op de juiste manier te verwerken. De mapping-tabel dient reeds ingevoerd te zijn alvorens het testen gestart wordt. De zorginstelling is verantwoordelijk voor het onderhoud van deze mapping-tabel.
7. De ZorgDomein-testomgeving hoeft niet hetzelfde te zijn ingericht als de ZorgDomein-productieomgeving. Mocht u testen vanaf de ZorgDomein-testomgeving, houd er dan rekening mee dat op productie uiteindelijk andere coderingen gebruikt kunnen worden voor bijvoorbeeld producten, onderzoeken en klinische gegevens. Het is mogelijk een kopie van de productie omgeving over te zetten naar de testomgeving om het verschil zo veel mogelijk te verkleinen. (Deze kopie kan gemaakt worden door de persoon binnen uw organisatie met de rol Verantwoordelijk beheerder in ZorgDomein)
8. Via ZorgDomein kunnen verwijzingen worden gedaan voor patiënten die onbekend zijn bij uw zorginstelling. Uw zorginstelling is verantwoordelijk voor het juist verwerken van dit soort verwijzingen.
   1. Bij koppeling met HiX: de opgestelde testcases gaan ervan uit dat Chipsoft Zorgportaal (eventueel ‘tijdelijke’) patiëntnummers aan onbekende patiënten verschaft en deze dus inschrijft. In het testplan dient hier uiteindelijk rekening mee gehouden te worden.
9. Ook huisartsen die onbekend zijn bij uw zorginstelling kunnen via ZorgDomein verwijzingen doen. Uw zorginstelling is verantwoordelijk voor het juist verwerken van dit soort verwijzingen.
10. Zodra de HL7-berichten op de communicatieserver zijn ontvangen met de juiste informatie voor verdere afhandeling, is de koppeling gereed. ZorgDomein heeft geen invloed op de processen die volgen na constatering van onbekende verwijzers, patiënten of specialismen.
11. Bij koppeling met HiX: de testers zijn bekend met het fallback-proces.

Het fallback-proces kan om meerdere redenen in werking gezet worden: bijvoorbeeld een onbekende/ afwezige AGB-code, persoons AGB-code is niet gekoppeld aan organisatie AGB-code, geen connectie kunnen maken met het CS-zorgportaal. Wanneer het fallback-proces in werking treedt, wordt er een afspraakverzoek gestuurd over de VPN-verbinding naar het fallback e-mailadres. De afspraak dient eerst handmatig ingevoerd te worden in CS-HiX alvorens de verwijsbrief vanuit ZorgDomein door de contentbeheerder van de zorginstelling herzonden kan worden. Via COMEZ wordt de verwijsbrief vervolgens gekoppeld aan de juiste patiënt en verwijzing in CS-HiX.

Technische testvragen

Voordat u functioneel gaat testen, moet u in ieder geval de volgende vragen meenemen in het algehele testplan:

1. Wat gebeurt er met technisch afgekeurde HL7-berichten?
   1. Zorgdomein ontvangt vanuit uw organisatie hier een NACK melding van, deze melding is ook in uw eigen logging terug te vinden.
   2. ZorgDomein kan een e-mail bestemming opvoeren waar de NACK kan worden afgeleverd.
   3. In veel gevallen sturen wij de inhoud (foutmelding) van de NACK meldingen mee in het e-mailbericht. Hiervoor moet er uiteraard wel een inhoudelijke melding aanwezig zijn in het NACK bericht dat wij u ontvangen.
   4. Wij filteren wij de inhoud van deze meldingen om er zeker van te zijn dat er geen inhoudelijke patiëntgegevens aanwezig zijn in de door ons te verzenden e-emails. Wanneer dit het geval is ontvangt u dus een NACK melding zonder de inhoudelijke melding (foutcode).
2. Wat gebeurt er als een ORU PDF-bericht (verwijsbief) na 48 uur binnenkomt in het XIS, of na 1 maand?
3. Wat gebeurt er als de patiënt in de zorgstelling is voor de afspraak maar het ORU PDF-bericht (verwijsbrief) nog niet binnen is?
4. Wat gebeurt er met de verwijsbrief/aanvraagformulier/order (ORU PDF/ORM/OML) als het afspraakbericht op een uitvallijst terecht is gekomen en er geen patiëntmatch of -inschrijving kon plaatsvinden?
5. De zorginstelling kan in ZorgDomein Verwijsbrieven, Bijlagen, Nazendingen en Labaanvragen herzenden. Dit HL7-bericht is niet identiek aan wat eerder richting de zorginstelling is verzonden (het MSH-7 veld is dan veranderd). Hoe gaat het XIS om met HL7-berichten die reeds verwerkt zijn in het XIS maar nogmaals worden aangeboden? Hoe verschilt dit in de volgende scenario’s:
   1. Patiënt heeft nog geen afspraak gemaakt
   2. Patiënt heeft al wel een afspraak gemaakt
   3. Patiënt heeft de afspraak al gehad of het (lab)onderzoek is al uitgevoerd
6. Wat gebeurt er als XIS twee ORU PDF-berichten ontvangt behorend bij één verwijzing zoals kan voorkomen bij een ZorgDomein combinatieafspraak (een aanvraagformulier en een verwijsbrief)?
7. Een orderbericht (ORM/ORM UDPS/OML) kan meerdere aangevraagde onderzoeken bevatten, hoe reageert het XIS als één onderzoek niet herkend wordt? Wordt het gehele orderbericht afgekeurd of gaan de onderzoeken die herkend worden wel door?
8. Wat gebeurt er als het XIS een of meerdere bijlage(n) (ORU ATTACHMENT v2) ontvangt?
9. Wat gebeurt er als het XIS een of meerdere nazending(en) (ORU ATTACHMENT v2) ontvangt?
10. [Optioneel – bij inzetten bijlagen] Nazendingen kunnen op een willekeurig moment na het afronden van een verwijzing binnenkomen. Hoe gaat het XIS hiermee om? Hoe verschilt dit in de volgende scenario’s:
    1. Patiënt heeft nog geen afspraak gemaakt
    2. Patiënt heeft al wel een afspraak gemaakt
    3. Patiënt heeft de afspraak al gehad
11. [Optioneel – bij inzetten annuleringen] Annuleringen kunnen op een willekeurig moment na het afronden van een verwijzing of aanvraag diagnostiek binnenkomen. Hoe gaat het XIS hiermee om? Hoe verschilt dit in de volgende scenario’s:
    1. Patiënt heeft nog geen afspraak gemaakt
    2. Patiënt heeft al wel een afspraak gemaakt
    3. Patiënt heeft de afspraak al gehad of het (lab)onderzoek is al uitgevoerd
12. [Bij koppeling met HiX - Alleen indien van toepassing / bij gebruik van SRM2016 voor annuleringen]:

Annuleringen kunnen op een willekeurig moment na het afronden van een verwijzing of aanvraag diagnostiek binnenkomen. Hoe gaat CS-HiX hiermee om? Hoe verschilt dit in de volgende scenario’s:

1. Patiënt heeft nog geen afspraak gemaakt
2. Patiënt heeft al wel een afspraak gemaakt
3. Patiënt heeft de afspraak al gehad of het (lab)onderzoek is al uitgevoerd

Testcases

Hieronder vindt u een matrix met een aantal testcases, op basis van de volgende parameters die in het XIS bekend zijn:

• Verwijzer (AGB-code van de superviserende verwijzer)
• Patiënt (BSN van de patiënt)
• Zorgproductcode (mapping-code)

Wat betreft testcase 09 kunt u denken aan:

1. Verwijzingen voor verschillende verwijstypen:
   1. reguliere afspraak
   2. verwijsafspraak
   3. spoedafspraak
   4. combinatieafspraak
   5. verkorte toegangstijd
   6. diagnostiek (functieonderzoeken, radiologie, …)
2. Aanvragen van bijvoorbeeld specialisten ouderengeneeskunde, verloskundigen of van zorgverleners uit andere disciplines dan huisartsen (hun AGB-codes wijken af)
3. Onderscheid tussen verantwoordelijke zorgverlener (zoals de huisarts) en de aanvrager (bijvoorbeeld huisarts, maar ook POH, assistente, waarnemer, etc.)
4. Wat doet u met verwijzingen die niet geëffectueerd worden, waar de patiënt geen afspraak voor maakt? En wat gebeurt er als hij wel een afspraak maakt maar niet komt opdagen?
5. Komen diakritische tekens (ë, ç, …) goed in het XIS terecht als deze meegestuurd worden?
6. Wat als het BSN ontbreekt?
7. [Optioneel – bij gebruik maken van bijlagen] Kunnen alle bestandstypen verwerkt worden als deze als bijlage of nazending (ORU-ATTACHMENT-V2) meegestuurd worden met de verwijzing (doc, docx, jpeg, jpg, pdf, rtf, tif, tiff, gif, png)?
8. [Optioneel – bij gebruik maken van bijlagen] Er kunnen via ZorgDomein meerdere bestanden als bijlage of nazending verstuurd worden. Het totaal aan bestanden kan max. 20 MB groot zijn. Een individueel bestand mag max. 10 MB groot zijn.

Wat betreft het XIS kunt u bij test 09 verder denken aan:

[koppeling met HiX]

1. Patiëntinschrijving en plannen afspraak via CS-ZP
2. Huisarts (AGB) die voor verschillende praktijken (AGB) werkt
3. [Optioneel - Alleen indien van toepassing / bij gebruik van SRM2016 voor annuleringen]: Gaat dit goed zowel bij verwijzen als diagnostiek?
4. Bij gebruik van een koppeling met het CS zorgportaal kan tekst uit HiX op het patiëntbericht komen te staan. Klopt de tekst of moet deze nog aangepast worden? Let op: de tekst op de testomgeving kan afwijken van de tekst uit de productieomgeving.

[Overige Ziekenhuis informatiesystemen]

1. Patiëntinschrijving via het HL7-bericht

[Radiologie systeem]

1. Patiëntinschrijving via het HL7-bericht
   1. Vragen en antwoorden uit de vragensets
   2. Tekstvelden
   3. Datumvelden
   4. Single-select
   5. Meerkeuze (met meerdere keuzes)
2. Lateraliteit (links, rechts, beiderzijds)
3. De prioriteit van de aangevraagde onderzoeken
4. Datum/tijdstip van de order
5. Aanvragen waarbij verschillende soorten onderzoek worden aangevraagd (kunnen de vragen en antwoorden uitgesplitst worden naar onderzoek?)
6. Combinatieafspraken waarbij een verwijzing wordt gecombineerd met diagnostiek
7. [Optioneel – bij inzetten patiëntidentificatie via HiX] Kan het Radiologie-systeem omgaan met aanvragen waarbij het Ziekenhuis informatiesystemen ID (HiX) wordt meegestuurd? En ook met aanvragen waarbij het Ziekenhuis informatiesystemen ID (HiX) niet wordt meegestuurd?

[UDPS]

1. Patiëntinschrijving via het HL7-orderbericht
2. Match van de aanvrager o.b.v. AGB-code
3. Vragen en antwoorden op gekoppelde vragen: Tekstvelden, Datumvelden, Single-select, Meerkeuze (met meerdere keuzes)
4. In sommige vragensets worden aanvullende potjes uitgevraagd. Voor deze aanvullende potjes kan de aanvrager ‘aard materiaal’ en ‘verkrijgingswijze’ invullen. Komen deze correct in UDPS terecht?
5. Wordt in de vragenset cytologie de optie ‘spontaan’ bij de vraag ‘verkrijgingswijze’ goed geïnterpreteerd in UDPS?
6. Datum of tijdstip van de order
7. Wat doe je met aanvragen die niet geëffectueerd worden, waar geen materiaal voor binnenkomt?
8. Worden de velden datum afname en datum aanvraag correct overgenomen?
9. Komen de verschillende keuzes bij de vraag menstruatie bij cervixuitstrijk correct in UDPS terecht?
10. [Optioneel – bij inzetten patiëntidentificatie via HiX] Kan UDPS omgaan met aanvragen waarbij het Ziekenhuis informatiesystemen ID (HiX) wordt meegestuurd? En ook met aanvragen waarbij het Ziekenhuis informatiesystemen ID (HiX) niet wordt meegestuurd?

[Laboratorium systeem]

1. Patiëntinschrijving via het HL7-orderbericht
2. Opmerkingen/ klinische gegevens m.b.t. de gehele order
3. Vragen en antwoorden op gekoppelde vragen:
   1. Tekstvelden
   2. Datumvelden
   3. Single-select
   4. Meerkeuze (met meerdere keuzes)
4. Doorbellen/ faxen nummer t.b.v. uitslag terugkoppeling naar aanvrager
5. Kopie naar
6. De prioriteit van de aangevraagde onderzoeken
7. Datum of tijdstip van de order
8. Afwijkende aanvragen
9. Aanvragen waarbij een combinatie van nuchter en niet-nuchter wordt aangevraagd (de patiënt is nuchter of niet-nuchter als hij geprikt wordt)
10. [Optioneel – bij inzetten patiëntidentificatie via HiX] Kan het Laboratorium-systeem omgaan met aanvragen waarbij het Ziekenhuis informatiesystemen ID (HiX) wordt meegestuurd? En ook met aanvragen waarbij het Ziekenhuis informatiesystemen ID (HiX) niet wordt meegestuurd?